Twee Heerenleders en twee Donarianen op het Dom-toernooi

Op zaterdag 29 en zondag 30 maart werd door SV Pallós in Utrecht het Dom-toernooi gehouden. Omdat ik tijdens het Donartoernooi in februari de smaak van het meedoen weer een beetje te pakken had gekregen besloot ik om samen met Oswin op zondag naar Utrecht af te reizen. Hoewel ik waarschijnlijk niet veel meer zou zijn dan kanonnevlees stond het idee om een dagje tegen nieuwe tegenstanders te mogen schermen mij niet per se tegen. Wist ik veel dat het anders zou lopen…

De nacht van 29 op 30 maart ging de zomertijd in, dus na een extra korte nacht stond ik om zeven uur (nieuwe tijd) beneden klaar voor vertrek. Speciaal voor deze gelegenheid had ik een enorme auto (Volkswagen Passat station) gehuurd en behalve Oswin reden ook Bogdan Gizu en Liza Mennega van Donar met ons mee. Als een echt gezinnetje zaten Oswin en ik voorin te kletsen terwijl Bogdan na een nagenoeg doorwaakte nacht achterin wat slaap in probeerde te halen en Liza haar make-up nog wat bijwerkte.

Na het appél duurde het nog wel even voordat we hoorden dat er maar één poule geschermd zou worden waarna er gelijk tot eliminatie zou worden overgegaan. Aangezien er zeven mensen in een poule zaten en we er allemaal van uitgingen dat we in de eliminatie niet verder dan één partij zouden komen, betekende dit dat we maar acht partijen zouden schermen. Dat was natuurlijk wel een beetje een teleurstelling, hoewel Bogdan het niet echt erg vond: hij was toch al een beetje geschrokken van de professionaliteit van de opzet van het toernooi.

Ik werd in een poulle ingedeeld met onder andere Lévy van Winden (Robbschermen) en Christian Jelders (Fencing Club Almere); beide goeie schermers die ik wel ken (ik ben mijn schermcarriére ooit begonnen bij de club vaan Van Winden toen ook schermde). De rest van de poule kende ik niet, maar de mannen zagen er allemaal indrukwekkend en serieus uit, dus ik had me gelijk ingesteld op een laatste plaats, zeker toen ik het niveau van de eerste wedstrijd zag.

Bart tegen Jean Mijn eerste partij van die dag was tegen ene Jean Surmond (KSSMA), waarbij ik na een een 3-0 voorsprong uiteindelijk toch met 3-5 verloor. Een bekend probleem van een relatief ongetrainde schermer als ikzelf is dat het omschakelen van tactiek lastig is en dat speelde me ook in die partij parten. Iets vergelijkbaar gebeurde bij de partij tegen Roeland Heerema (Pallós), die ik eveneens met 3-5 verloor.

Maar daarna ging het de goeie kant op. Niet geheel onverwacht won ik van twee Duitse schermers waarvan ik na het zien van hun eerdere wedstrijden al had bedacht dat dat wel mijn niveau was. Toen tegen Jelders. Ik zou al blij geweest zijn wanneer ik één punt tegen hem zou hebben gemaakt, maar blijkbaar was hij zó overtuigd van zijn superioriteit in het spel dat hij zijn verdediging erg slecht oppakte, hetgeen hem duur kwam te staan: ik won met 5-3! En blijkbaar was ik toen in goeie doen, want mijn laatste wedstrijd van de poule, tegen Lévy van Winden, won ik zelfs met 5-2! Heerlijk om hem zo chagrijnig van de loper te zien gaan.

Oswin en Giovanni Uiteindelijk verloor ik maar twee van de zes partijen in de poule en stond ik bij aanvang van de eliminatie op nummer 12 van de 47. Een belachelijk goeie positie, maar dat betekende wel dat ik niet bij de eerste eliminatieronde was ingedeeld. Die tijd kon ik dus mooi gebruiken om uit te rusten en foto’s te maken van mijn stadsgenoten. Oswin moest in de eliminatie uit tegen een linkshandige Italiaanse reus, ene Giovanni Imponente (schermclub Den Bosch): een partij die hij verloor met 9-15.

Bart en Giovanni Na lang wachten en als laatste in de tweede eliminatieronde moest ik uit tegen diezelfde Imponente. Hoewel ik even aardig met hem had gesproken (altijd leuk om even je Italiaans te oefenen), had ik al snel door dat dit mijn Waterloo zou zijn. In de eerste drie minuten kwam ik niet verder van 10-2 en was ik al blij dat er überhaupt nog een tweede periode kwam. Dankzij bemoedigende woorden van Oswin en Liza wist ik in de tweede periode toch nog vijf punten te halen, waardoor de eindstand op 15-7 kwam te staan. En toen kon ik gaan douchen en omkleden.

Nadat we nog wat hadden gedraald en nog even met Heike hadden gesproken, besloten we toch maar de finale niet af te wachten en de thuisreis te aanvaarden: het was alweer vier uur en we moest natuurlijk nog minstens twee uur rijden. Liza lieten we achter in Utrecht, waar zij met een vriend biertje ging drinken; Oswin en ik deden eenmaal in Groningen hetzelfde. Bogdan had de hele terugweg achterin liggen slapen en vond het beter om niet mee te gaan naar De Minnaar.

Een bijzonder geslaagde dag met een onvoorziene uitkomst. Na het Donar- en Dom-toernooi heb ik nu zeker de smaak te pakken. Ik ben benieuwd wat het volgende avontuur zal zijn.

Uiteindelijke posities:

Bart Barnard: 19
Bogdan Gizu: 42
Oswin ten Brinke: 45
Liza Mennega (dames floret): 8 (van 10)

Foto voor en na