Onbeschikbaarheid

Dit boekje zag ik toevallig staan bij Boekhandel Godert Walter en omdat al m'n boeken toch min of meer op waren vond ik dat ik deze wel mocht kopen. Van Hartmut Rosa heb ik anderhalf jaar geleden het dikke boek Resonanz gelezen, wat bijzonder interessant en leerzaam was, maar ook wel wat dik. Met zijn kleine hondervijftig pagina's (én in het Nederlands) leek me dit een stuk beter te behappen.

Tijdens het lezen was ik op verschillende punten wel blij dat ik Resonanz al had gelezen, want veel van wat Rosa in Onbeschikbaarheid te melden heeft komt ook (en veel uitgebreider) terug in dat boek. In die zin zou je het onhavige boekje als samenvatting of addendum bij Resonanz kunnen zien – al is de inzet wat praktischer en de aanvliegroute eigenlijk omgekeerd.

Uitgangspunt van het boekje is de observatie van Merleau-Ponty, dat de eerste vonk van het bewustzijn die van de aanwezigheid is: er is iets. De vraag die Rosa adresseert is die naar de verhouding van de mens met datgene wat er is en die hij relateert aan de sociale en culturele omstandigheden waarin wij zijn gesocialiseerd. Een grondthese die hij in dit essay probeert te beargumenteren is dat 'voor laatmoderne subjecten de wereld ten enemale een punt van agressie is geworden. Alles wat verschijnt moet gekend, beheerst, veroverd en bruikbaar gemaakt worden' (p.22). Volgens Rosa is een volledig beschikbaar gemaakte wereld een wereld die voor ons 'dood' is, een wereld waarmee we niet langer een levende relatie kunnen aangaan, en waarin we onszelf bevriezen in een soort collectieve 'burn-out', terwijl we onszelf kapotlopen in een tredmolen. (p.12)

Vier dimensies van beschikbaarheid

Rosa onderscheidt vier dimensies of stappen waarin iets beschikbaar gemaakt wordt (pp. 31ff.):

In de voorbije drie eeuwen hebben deze dimensies zich stevig geïnstitutionaliseerd in de basisinstituties van de moderne samenleving, een samenleving die op twee verschillende maar gerelateerde palen is gegrondvest. Allereerst is zij structureel gebaseerd op wat hij dynamische stabilisering noemt: zij heeft voortdurende (economische) groei, (technische) versnelling en (culturele) vernieuwing nodig om de haar institutionele status quo te handhaven (p.25, zie ook Resonanz, p.40). Anderzijds is zij cultureel gebaseerd op het beginsel van 'onophoudelijke uitbreiding' van datgene waarop we kunnen beschikken: de sleutel tot een goed en beter leven ligt in de uitbreiding van ons bereik in de wereld (p.27, zie ook Resonanz, p.42 en p.618).

Resonantie als tegendeel van vervreemding

Rosa vervolt zijn analyse het het positioneren van deze materie in de (sociologische/filosofische) traditie: onder andere Marx, Weber, Simmel, Durkheim, Schiller en Becket passeren hierin de revue. Hierin volgt Rosa met name de analyse van Simmel, wanneer hij stelt dat de mensen in de moderne stad elkaar tegenkomen in een basishouding van existentiële gereserveerdheid: de stedelijke mens treedt de dingen en gebeurtenissen om hem heen blasé tegemoet, met een houding die wij tegenwoordig 'cool' zouden noemen. (pp. 40f). Mensen verhouden zich op verschillende manieren tot de wereld zonder nog langer een vitaal belang te voelen: niets van die alles betekent iets voor mij, het bereikt me niet, en ik bereik de wereld daarbuiten ook niet meer (p.44).

Deze vervreemding is volgens Rosa het tegendeel van een resonerende verhouding tot de wereld, zoals hij zeer uitgbereid analyseert in Resonanz (pp.219-316). In Onbeschikbaarheid geeft hij vier momenten waaruit een werkelijk resonerende verhouding bestaat:

Voor het onderhavige boekje is het laatste moment natuurlijk het meest belangwekkende. De Duitse term die Rosa gebruikt is 'Verfügbarkeit', wat zowel 'beschikbaarheid' als 'beheersbaarheid' kan betekenen. Op basis van zijn analyse komt hij in hoofdstuk vijf (pp.57-77) met vrij thesen over de beschikbaarheid van de dingen en de onbeschikbaarheid van de ervaring:

Onbeschikbaarheid als aantrekkingskracht

Na deze uitgebreide beschrijving onderwerpt Rosa zijn analyse aan een aantal sleutelmomenten in het menselijk leven. Hij bespreekt bijvoorbeeld de digitalisering van onze houding tegenover de wereld:

Als de economische middelen toereikend zijn, kunnen min of meer alle denkbare goederen letterlijk met een klik worden aangeschaft. [...] In veel opzichten wordt de grens van de beschikbaarheid niet langer bepaald door de weerstand van de wereld, maar door de maximale capaciteit van onze portemonnee. Het is niet de wereld die zich aan ons onttrekt of zich van ons afsluit; wijzelf vormen de belemmering voor de uitbreiding van ons bereik in de wereld. Het is dan ook niet verwonderlijk dat het eigen ik misschien wel het belangrijkste punt van agressie is geworden in de moderne wereldrelatie. (p.95).

Om deze agressieve houding tegen te gaan, zo betoogt Rosa, is het van belang te beseffen dat onze relatie tot onze wil, tot ons verlangen, een resonantierelatie in optima forma is (of zou moeten zijn). In ons handelen laten we ons niet uitsluitend leiden door ons verlangen of onze begeerten – we proberen hier eerder op te reageren. We ontdekken steeds nieuwe kanten van onszelf, daar reageren we op, en door onszelf beter te leren kennen en onze eigen manier van reageren te leren begrijpen, kunnen onze competenties zich verdiepen (p.126). Het verlangen dooft uit wanneer datgene waar we naar verlangden ons niets meer te vertellen heeft.

Conclusie

Met Onbeschikbaarheid heeft Rosa een heel fijn, leerzaam en toegankelijk (!) boekje geschreven. Zoals ik al aangaf, is het te zien als een aanvulling op zijn veel grotere en complexere Resonanz. Het is daarom ook fijn omdat het een aantal ideeën en analyses hieruit nog even in herinnering roept en kort samenvat. Ik denk dat men Onbeschikbaarheid prima kan lezen en waarderen zonder het meer complexe werk te bestuderen.

Door de opzet van het werk – kort en bondig – mis ik wel een aantal zaken. Zo valt het op dat Rosa nergens refereert aan Heideggers idee van de moderne techniek als een middel om alles terstond ter plekke ter beschikking te stellen, terwijl dat toch behoorlijk in hetzelfde straatje past. Ook mis ik verwijzingen naar Beaudelaire of Stendhal, voor wie beide juist het uitblijven van het begeerde de begeerte juist vergroot.

Het boekje inspireerde me om Resonanz weer eens ter hand te nemen en van de paar afbeeldingen die daarin staan een korte presentatie te maken.