Verslag nummer 65
Toegevoegd op 30 maart 2025
1023 woorden
Bismarck's war
Inleiding
Nadat ik het boekje over Parijs tijdens de Frans-Pruissische oorlog had gelezen wilde ik eigenlijk wel wat meer weten over die oorlog. En eigenlijk wilde ik ook een biografie van Bismarck lezen, maar toen ik een beetje op zoek ging naar boeken naar ofwel de oorlog ofwel de Kanselier kwam ik dit boekje tegen waarvan ik op basis van de titel meende hiermee deze twee vliegen in één klap te slaan. Hoewel dát een beetje tegen is gevallen (ondanks de titel wordt Bismarck in de hele tekst maar een tiental keer genoemd), was het toch wel een interessant werk om te lezen.
Terecht is dit conflict al eens de vergeten oorlog genoemd het dramatische voor Frankijk hiervan heeft ervoor gezorgd dat er daar eigenlijk nooit echt een herdenkingscultuur is ontstaan, en in de Duitse eenwording die er het gevolg van was kan het begin gezien worden van de millitaire excessen aan het begin van de twintigste eeuw – waardoor het herdenken van de klinkende overwinning begrijpelijkerwijs ook in Duitsland gevoelig ligt.
Toch kan in deze oorlog het begin van de geboorte van de moderne tijd gezien worden, waarin veel dingen voor het eerst en veel dingen voor het laatst plaatsvonden. Zo was het bijvoorbeeld de laatste oorlog waar een cavaleriecharge daadwerkelijk effect kon sorteren (de charge van generaal LeGrand op 16 augustus 1970 was the last great cavalry charge in Europe, p.110), werd er voor het eerst geen ondergescheid gemaakt tussen civiel en millitair (Franse burgers bewapenden zichzelf en beschoten de Duitse millitairen vanuit hun huizen - de geboorte van de Franc-Tireurs), en werden steden en dorpen volledig weggebombardeerd.
Een opvallende vernieuwing in dit conflict is dat mensen voor het eerst puur uit interesse en nieuwsgierigheid de slagvelden en de platgegooide steden gaat bezoeken – iets wat we heden ten dage ramptoerisme zouden noemen.
Even as war continued elsewhere, German war tourists soon inundated the city, particularly from neighbouring Baden. The French inhabitants resented their callous curiosity, treating their ruined city as a tourist attraction and paying to enter the damaged citadel (the Prussians gave the proceeds to the city). (p.263)
Dit ramptoerisme had overigens ook een meer professionele component in het reisverslag van J.W. McMichael en Th. Ironmonger, die vanuit Engeland via België naar Noord-Frankrijk afreisden om uitgebreid verslag te doen van de effecten van de oorlog op de gewone burgers (m.n. pp.285ff).
Beschrijvingen zonder kaartjes
Chrastil beschrijft het conflict aan de hand van verschillende soorten documenten. Vanzelfsprekend de uitgebreide historische getuigenissen en verslagen (zoals dat van McMichael en Ironmonger), maar ook persoonlijke correspondentie van zowel hoofdrolspelers als min of meer alledaagse personen vorm een belangrijke inspiratiebron voor haar. Met name de brieven die ene Dietrich von Lassberg uit München aan zijn broer Rudolf en de rest van zijn familie schijft vormen een rode draad in het boek.
De veldslagen en -tochten worden uitgebreid beschreven, waarbij zowel de strategische overwegingen als de millitaire consequenties aan de orde komen. Soms wordt dit een beetje langdradig en door de grote hoeveelheid details wat onoverzichtlijk, maar nergens op zo'n manier dat het irritant wordt. Wat wel erg jammer is, is dat deze beschrijvingen niet worden ondersteund door overzichtskaartjes. De enige kaarten in het boek zijn drie grove kaarten in het begin die voor het grote verhaal slechts marginaal ondersteunend zijn. Gelukkig zijn dergelijke kaarten online wel te vinden.

Chrastil wisselt deze beschrijvingen van de millitaire operaties af met beschrijvingen van meer sociaal-economische aard. Zo gaat het bijvoorbeeld in hoofdstuk 14 over het ontstaan van het Rode Kruis en het Oorlogsrecht, of in hoofdstuk 15 over de concrete gevolgen van de grootte van de legermassa's voor de burgerbevolking. Op deze manier wordt als het ware de meer horizontale chronologie gelardeerd met verticale passen op de plaats. Hierdoor weet ze de aandacht van de lezer vast te houden.
Kritieken
Zoals gezegd zijn er in het boek geen kaarten, maar wel een aantal pentekeningen uit de periode 1870-1871. Hoewel deze tekeningen op zich fraai en illustratief zijn, wordt er verder in de lopende tekst op geen enkel moment over gerept – noch een beschrijving van wat we zien, noch de artiest die het heeft gemaakt, noch waarom deze tekening nu exact op deze plek wordt getoond.

Behalve het gemis van kaarten is het ook jammer dat het boek behoorlijk abrupt met de oorlogsverklaring van Frankrijk aan Duitsland begint. Chrastil veronderstelt de nodige familiariteit met de oorsprong van het conflict zoals de mislukte acties in Mexico, het Europese concert en de strijd om de Spaanse troon en het Ems-telegram. Het boek ware beter geweest wanneer deze historische aanloop naar het conflict uitgebreider beschreven was.
Tevens heeft ze hier en daar de neiging om wat meer te beschrijven dan waar het eigenlijk om gaat, wat kan leiden tot platgeslagen volkspsychologische beschrijvingen van behoorlijk complexe materie. Zo beschrijft ze bijvoorbeeld de massahysterie in het dorpje Hautefaye, dat van 14 tot 16 augustus leidde tot de moord op ene Alain de Monéys. Op zich een aardige parenthesis bij het grotere verhaal, maar dan komt ineens het volgende citaat uit de lucht vallen:
In previous centuries, public torture, execution and the desecration of corpses had served to both exact vengeance and to allow for the communal expiation of sin following a criminal act. The wrenching of limbs and dismemberment of bodies allowed the community to regain its sense of wholeness and to reconcile with God. (p.106)
Afgezien van de vraag of dit waar is, haalt ze hier een heel in één alinea een heel filosofisch-historisch debat naar binnen wat eigenlijk weinig toegevoegde waarde voor haar verhaal heeft.
Conclusie
Al met al een behoorlijk interessant, gedetailleerd en informatief boekje dat desondanks wel wat verbeteringen zou kunnen gebruiken. Hoewel ik nu veel meer van de Frans-Pruissische oorlog weet dan voorheen, heb ik nog niet het idee dat ik nu van de hoed en de rand weet – noch of ik dat ambieer, eigenlijk. Het lijkt me echter wel belangrijk deze oorlog wat meer uit de vergetelheid te trekken, want je zou kunnen zeggen dat dat essentieel is voor een goed begrip van de Eerste Wereldoorlog – en dus bij extensie voor de Tweede en voor het ontstaan van de moderniteit.
In de naweeën van het conflict heerste bij een deel van de Europese elite de gedachte dat deze oorlog had aangetoond dat de grootte van de legers, de vernietigingskracht van hun wapens en de eenheid van Duitsland er wel voor zouden zorgen dat het fenomeen oorlog zo langzamerhand tot het verleden zou gaan behorden. Zo schreef de Franse schrijver George Sand over de naderende toekomstige vrede:
The believe that we can suppres [war] is not utopian. The realization of the dream of the alliance of the peoples is not so far off as we believe. It will perhaps be the work of the twentieth century. (p.439)