Boeken gelezen in 2025

Op deze pagina's doe ik verslag van de boeken die ik heb uitgelezen.

Bekijk ook de boeken die ik las in 2024, of de boeken die ik las in 2023, of de boeken die ik las in 2022. Of bekijk het overzicht van alle boeken.

Wir Ostpreußen

Centraal in het werk staat de vlucht van de grootmoeder van de auteur in de laatste paar weken van de TWeede Wereldoorlog. Deze Else Buchsteiner is dochter van een redelijk well to do grootgrondbezitter in Götzlack (het hedendaagse Krutoi Jar) en Kukehnen (Ladoschskoje), nabij de redelijk grote stad Friedland (Prawdinsk), zo'n honderd kilometer ten zuiden van Köningsberg (Kaliningrad). Elses vlucht begint wanneer het Russische leger zich op een kilometer of tachtig van Friedland bevindt, eind januari 1945 (dus midden in de winter).

Met haar gezelschap vlucht ze eerst richting Frichsche Haff, waar zich inmiddels honderdduizenden vluchtelingen uit Oost-Pruisen hebben verzameld. Vandaar gaat het over de bevroren binnenzee naar Danzig, waar ingescheept wordt om naar Denemarken verplaatst te worden - Denemarken is op dat moment nog door de Duitsers bezet. Maar met Kopenhagen in zicht wordt besloten haar deel van de vloot weer naar het zuiden af te laten buigen, waardoor ze in Ueckermünde weer aan land gaat. Van daar is het een beetje heen en weer, naar het westen en weer naar het oosten waar ze uiteindelijk weer met haar twee kinderen wordt herenigd. Uiteindelijk eindigt de osyssee in Arolsen (de oorlog is inmiddels voorbij), waar ze met de uitgebreide familie een nieuw leven opbouwt.

Lees verder

The Burden of Guilt

Het werk begint, natuurlijk, met de aanslag op Franz Ferdinand op 28 juni 1914. Van daaruit volgt Butler min of meer de chronologie zoals die zich tijdens de zogenaamde julicrisis ontvouwt. Hierbij wordt in ongeveer elk hoofdstuk de situatie in een hoofdstad van de landen die de crisis betrof geschetst: Wenen, St. Petersburg, Londen, Berlijn en Parijs.

Hier omheen wordt de kort de sociaal-historische context van het conflict geschetst. In het tweede hoofdstuk beschrijft Butler de ontwikkeling van het Duitse Rijk, en het toenemende antagonisme tussen Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. Ook wordt hier de ontwikkeling van het Europese continent in de tweede helft van de negentiende eeuw uit de doeken gedaan.

Lees verder

Klara and the Sun

Er zit meer in het boek dan ik de korte samenvatting hierboven is weergegeven, maar uiteindelijk lijkt het boek me te gaan over liefde. De verschillende relaties die de protagonisten met elkaar onderhouden omvatten het complete spectrum van onder andere ouder-kindrelaties, oude liefde die elkaar na jaren weer treft, intense vriendschap en kinderlijke kalverliefde. De ontwikkeling van deze diversiteit aan relaties is misschien wat mager, maar de manier waarop dit alles in de dialogen naar voren komt is vrij goed.

Een ander centraal thema is volgens mij gelegen in (opnieuw) lichamelijkheid. Het idee dat Klara de artificiële Josie gaat 'bewonen' of 'besturen' gaat natuurlijk uit van een cognitief systeem dat volledig losgekoppeld is van het lichamelijke. Dit wordt ook redelijk expliciet gemaakt, wanneer Klara met the Mother overlegd over dit plan:

Lees verder

Boulanger

Ik was George Boulanger al eens tegengekomen toen ik las over conservatieve denkers in het Franse Fin de Sciècle. Hierdoor wist ik dat hij in hetzelfde hoekje zat als Gustave le Bon (Psychologie des foules) en Maurice Barrès, maar ik had me nooit echt verdiept in wat hij en zijn stroming (het boulangisme) nu eigenlijk voorstonden. Daarom was ik blij dat deze titel verscheen. Ik weet niet meer hoe ik erop geattendeerd werd, maar door zijn beperkte omvang was het een prima boekje om mee te nemen toen we gingen kamperen.

Trouw aan de opvatting van Stephen Covey begint John-Alexander Janssen zijn biografie bij het einde: het graf van Boulanger op de begraafplaats Ixelles (Elsene) te Brussel. Vanaf deze beladen plek stelt hij zich de vraag die hij in dit boek wil beantwoorden: hoe bent u hier gekomen, Boulanger? Wat is er gebeurd?

Lees verder

Wisselwachter

Achtergrond van het boek is Amerika net vóór, en de verhouding tussen Amerika en Europa tijdens de Tweede Wereldoorlog. Trouw aan zijn stijl beschrijft Mak de geschiedenis vanuit het gezichtsveld van de mensen die net buiten de foto vallen, de mensen die vanuit de coulissen met de grote verhalen meespelen. In dit geval betreft dit Harry Hopkins, de rechterhand Franklin Delano Roosevelt – de tweeëndertigste president van de Verenigde Staten.

Over deze periode en deze onderwerpen zijn natuurlijk letterlijk bibliotheken volgeschreven, maar de verdienste van Mak is juist zijn beperking tot Hopkins' gezichtsveld. Vanuit deze blik worden weliswaar diverse lijntjes naar het grote verhaal geworpen (Pearl Harbour, het Manhattenproject, de Slag bij Koersk, om maar een paar willekeurige voorbeelden te noemen), maar hij slaagt er met deze opzet in een interessant en boeiend verhaal neer te zetten en toch nieuwe inzichten en wetenswaardigheden aan het geheel toe te voegen.

Lees verder

Other Minds

In Other Minds onderzoekt Godfrey-Smith het evolutionaire ontstaan van subjectieve ervaring. Uitgaande van het gegeven dat er voor dergelijke ervaringen neuronen noodzakelijk zijn (hoewel je daar discussie over kunt voeren, is er iets voor te zeggen) begint hij met een uitgebreide beschrijving van hun rol en ontstaansgeschiedenis. Evolutionair gezien hebben neuronen twee rollen. Allereerst de senory-motor-rol wanneer een organisme uit meer dan een paar klompen van cellen bestaat, en dit organisme moet reageren op ontwikkelingen in zijn omgeving, is het noodzakelijk dat zintuiglijke ervaringen worden vertaald in concrete acties, acties die gecoördineerd moeten worden (het voorbeeld van Codrey-Smith is een roeiboot met acht roeiers).

De tweede rol van neuronen is relevant voor meer complexe organismen: hoe zorgt een dergelijk organisme ervoor dat de verschillende onderdelen op een coherente manier met elkaar samenwerken (de vergelijking hier is een sport-team of een orkest). Teruggrijpend op Paul Revere's Midnight Ride (een historische gebeurtenis uit de Amerikaanse Revolutie) doopt hij dit fenomeen de sexton-and-Revere-rol.

Lees verder

L'audace de Sapiens

Wanneer je een studie wilt maken van de verhouding tussen technologie en kunst (wat, vanzelfsprekend, ook een technologie is), is het nuttig om te onderzoeken op welke manier deze zaken zich manifesteren in de ontwikkeling van de mens – niet per se biologisch, maar toch zeker cultureel. Vanuit die interesse ben ik Marcel Otte al eerder tegengekomen, met name met zijn The Paleolithic-Mesolithic Transition, maar al eerder las ik À l'Aube Spirituelle de l'Humanité. Toen ik enige tijd geleden weer eens een paar Franstalige boeken wilde bestellen, kwam ook dit werk in mijn mandje terecht.

Lees verder

The Mountain in the Sea

The Mountain in the Sea is feitelijk een first contact verhaal: een verhaal waarbij de mens voor het eerst contact maakt met een (andere) intelligente levensvorm – dit keer betreft het geen buitenaardse levenvorm, maar een mede-aardbewoner. Zoals meestal in dergelijke verhalen is ook hier de eerste en grootste uitdaging het opzetten van een communicatiekanaal, waarbij het begrijpen van de taal van de ander een vereiste is. In die zin begeeft Nayler zich in de traditie van films als Close Encounters of the Third Kind of Arrival, waarbij respectievelijk het bekende melodietje en cirkelvormige inktvlekken in een soort mistkamer om ontcijfering vragen.

Tot dusver niet zo gek veel nieuws dus. Maar wat het boek wel interessant maakt is de verbinding en die Nayler legt met de wijsgerige discussies over taal, schrift en symbolisme. Zo wordt er redelijk uitgebreid (en expliciet) ingegaan op het concept van Umwelt (met name vanaf pagina 107), bevat het verhaal meerdere verwijzingen naar het bekende artikel van Thomas Nagel (met name vanaf pagina 140), en wordt er veel gesproken over de verhouding tussen betekenis en betekende. Om de taal van de ander te begrijpen, zo is één van de verzwegen premissen van het boek, is een begrip van diens manier van in-de-wereld-zijn essentieel. Omdat een octopus zo'n andere biologische soort is dan de mens (of de meeste andere dieren), met zo'n ander cognitief systeem, lijkt een dergelijke begrip – en daarmee wederzijdse communicatie – evenwel uitgesloten. Ik moest tijdens het lezen dan ook dikwijls denken aan Wittensteins stelling dat als een leeuw zou kunnen praten, we hem niet zouden kunnen verstaan.

Lees verder

Over het verdwijnen van rituelen

Voor Han zijn rituelen ordeningen van de tijd. Op eenzelfde manier waarop een gebouw of een monument een richtpunt in de ruimte levert (de Heideggeriaanse 'plaatsen'), zorgen rituelen voor een thuis in de tijd (p.11). Het ritueel zorgt ervoor dat je de dingen niet verbruikt, maar dat je er juist mee resoneert – dat je de dingen laat schitteren. Dit zorgt voor een aangename en behoedzame omgang met de dingen, met dieren en met elkaar (p.13). Rituelen structureren het leven als jaargetijden, ze maken een diepe ervaring van orde mogelijk (p.49)

In de huidige tijd is het ritueel aanstootgevend geworden. Het wordt gezien als 'een uitdrukking voor hol confirmisme' (p.16), het zou 'creativiteit en innovatie onderdrukken' (p.18). In plaats ons over te geven aan een symbolische rituele waarneming beperken we ons tot een oppervlakkige sequentiële waarneming (p.16). Door de authenticiteitsdwang (pp.27ff.) verandert de hedendaagse mens in een monadisch individu, dat weinig binding, weinig resonantie met de omgeving en met anderen heeft. De gemeenschap zonder communicatie maakt plaats voor communicatie zonder gemeenschap (p.44). Met het verdwijnen van de rituelen verdwijnt ook het houvast: de huidige tijd stroomt maar door en door en wordt daarmee onbewoonbaar.

Lees verder

Wagons West

Ik had dit boek enige jaren geleden gekocht en voor de helft uitgelezen, toen ik het per ongeluk in de trein liet liggen. Omdat het toch interessant en indrukwekkend was, wilde ik het sindsdien steeds nog een keer opnieuw kopen en uitlezen. Dus bij de meest recente online bestelling heb ik het maar laten komen en afgelopen maand las ik het tussen de bedrijven door uit.

Wagons West bespreekt de migratie tussen het oosten en het westen van de hedendaagse Verenigde Staten: specifiek van Independence, Missouri naar Sutter's Fort, Californië of Fort Vancouver, Oregon, tussen 1841 (de Bartleson-Bidwell expedition, 'the first proper emigrant crossing to California, p.49) en 1848 ('the greatest drama of the overland trail', p.371). Dit korte decennium ziet een stijgend aantal pioniers: van een kleine vijfhonderd in 1841 tot een kleine drieduizend in 1848 (de exacte getallen zijn wat lastig te vinden). McLynns keuze voor 1848 als einde voor zijn verhaal is logisch: in dat jaar vindt James W. Marshall goud in Californië, waarmee heel Amerika op z'n kop wordt gezet:

Lees verder

Playing Possum

Ik kocht dit boek naar aanleiding van een bespreking ervan en een interview met de auteur door Lodewijk Dros in Trouw. Vanuit mijn interesse in dierenrechten en -ethiek leek me dit een waardevolle aanvulling op de verzameling. En hoewel ik het met plezier heb gelezen, had ik toch wat meer vuurwerk verwacht.

Monsó's argument is eigenlijk heel eenvoudig samen te vatten. Er zijn dieren die een zogenaamde thanatosis als verdedigingsmechanisme hebben ontwikkeld: de eigenschap om zich dood te houden wanneer er gevaar dreigt. Zo verlaagt de buidelrat uit de titel zijn hartslag wanneer hij door predatoren wordt belaagd. Zijn ogen zien er gebroken uit, de tong hangt bleek uit de opengevallen bek, hij wordt koud en begint naar verrotting te ruiken. Dat dit gedrag bestaat betekent dat het een evolutionair voordeel heeft: de predatoren laten de aldus uitgedoste buidelrat links liggen, omdat -ie dood is. En dit betekent, aldus Monsó, dat deze predatoren een idee moeten hebben van wat de dood is.

Lees verder

Wij van de Ripetta

Wij van de Ripetta, dat is een groep habituées van een wijnlokaal gelegen aan de Ripetta, één van de drie straten in Rome die vanuit de Piazza del Popolo als een vogelpoot uitwaaieren over de stad (de andere twee zijn de Via del Corso en Via del Babuino). Dit groepje komt in dit etablissement samen om te praten over katholicisme en protestantisme, kunst en filosfie, en vrouwen. Leden van deze groep zijn Michelangelo Caravaggio, de bekende schilder; zijn jeugdige vriend en hulpje Cecco; en ene Lena, een gezelschapsdame die vanaf het Piazza Navona haar nering bedrijft.

Op enig moment verschijnt in het wijnlokaal een vreemd uitgedoste Engelsman, die zich voorstelt als Will Shaksbird en de groep aanwezigen trakteert op goede wijn. Deze Shaksbird blijkt toneelschrijver te zijn en wordt, ondanks zijn slechte Italiaans, rare manieren en vreemde kledij, als snel een soort spil waarom de groep zich verder beweegt. Er ontstaat zelfs een ware liefdesrelatie tussen Lena en deze Will. Zó zeer wordt deze Will Shaksbird dat de groep zichzelf moet heruitvinden wanneer hij aan het eind van het verhaal naar Engeland terugkeert.

Lees verder

Bismarck's War

Nadat ik het boekje over Parijs tijdens de Frans-Pruissische oorlog had gelezen wilde ik eigenlijk wel wat meer weten over die oorlog. En eigenlijk wilde ik ook een biografie van Bismarck lezen, maar toen ik een beetje op zoek ging naar boeken naar ofwel de oorlog ofwel de Kanselier kwam ik dit boekje tegen waarvan ik op basis van de titel meende hiermee deze twee vliegen in één klap te slaan. Hoewel dát een beetje tegen is gevallen (ondanks de titel wordt Bismarck in de hele tekst maar een tiental keer genoemd), was het toch wel een interessant werk om te lezen.

Terecht is dit conflict al eens de vergeten oorlog genoemd het dramatische voor Frankijk hiervan heeft ervoor gezorgd dat er daar eigenlijk nooit echt een herdenkingscultuur is ontstaan, en in de Duitse eenwording die er het gevolg van was kan het begin gezien worden van de millitaire excessen aan het begin van de twintigste eeuw – waardoor het herdenken van de klinkende overwinning begrijpelijkerwijs ook in Duitsland gevoelig ligt.

Lees verder

De Reuzensalamander

Jelle Reumer kennen we natuurlijk van zijn wekelijkse 'weekdier' in Trouw, of van zijn vele columns bij Vroeg Vogels, of van zijn vele artikelen in diverse kranten en andere media. Hij lijkt een opdracht te hebben de biologie, en meer specifiek de paleontologie, te populariseren. Afgelopen december ging hij met emiritaat en zijn afscheidsrede verscheen op 20 december als leesversie in Trouw. Deze leesversie werd afgesloten met de melding dat meer over dit onderwerp te lezen viel in het boek De Reuzensalamander. Op de laatste dag van 2024 kocht ik dit boek bij Godert Walter.

Het lijkt gelijk een fijn boek om te lezen. Een mooie harde kaft en leeslint, een fraaie en ruim opgezette bladspiegel en een diversiteit aan kleurenfoto's. Maar na de eerste drie hoofdstukken leek me 'een geschiedenis van het Teylersmuseum' een geschiktere titel: de eerste vijftig pagina's van het werk gaan meer over het pand aan het Spaarne, de ontstaansgeschiedenis van het museum en de opeenvolgende directeuren en hun wederwaardigheden dan over paleontologie. Gelukkig wordt deze opzet vanaf hoofdstuk 5 losgelaten.

Lees verder

2001: A Space Odyssey

Al geruime tijd gebruik ik de eerste scène van de film 2001 - A Space Odyssey als introductie bij mijn module Theory and Philosophy bij de minor Design, Art, and Technology. In deze scène wordt de rol van technologie in de antropogenese mooi verduidelijkt, en ik gebruik het dan ook om analyses zoals die van Plessner, Stiegler en Heidegger te introduceren.

Desondanks had ik de volledige film denk ik maar één keer gezien, en dat toen ik een jaar of vijftien, zestien was. Wat ik me er nog van kon herinneren was de rol van HAL en dat het einde wel erg vaag en onduidelijk was – schekscherend zei ik altijd dat je zelf wel wat LSD genomen moest hebben om het verhaal goed te kunnen volgen. Maar toen ik het er met een viend van me over had, zei hij dat het ook heel erg zou helpen om eerst het boek te lezen – en dat je dat zó uit zou hebben. Wat betreft dat eerste weet ik nog niet of hij gelijk heeft, maar voor wat betreft dat tweede zeker wel: ik las het in vier dagen uit.

Lees verder

Fascisme en Populisme

Scurati is natuurlijk bekend geworden door zijn geromantiseerde trilogie over het leven van Mussolini en vanuit deze achtergrond schreef hij dit korte pamflet over het de rol van het hedendaags fascisme en de verhouding die dit heeft met het populisme. Een verhelderend en leerzaam stukje tekst dan, hoewel het vanuit een Italiaanse context geschreven is, ook relevant is voor het hedendaagse Nederlandse politieke klimaat - zoals Scurati zelf in de introductie bij de Nederlandse vertaling aangeeft. Die Italiaanse context is gevormd door de verkiezing van Fratelli d'Italia in 2022, waarbij een partij die op z'n minst gelieerd is aan het traditionele fascisme voor het eerst sinds de jaren veertig weer de dienst uitmaakt in het Palazzo del Quirinale.

In het pamflet adresseert Scurati de vraag of en zo ja in hoeverre de hedendaagse geopoltieke constellatie vergeleken kan worden met de situatie in de jaren twintig van de vorige eeuw. Door de afgelopen drie, vier decennia van neoliberale opvoeding zijn mensen gereduceerd tot monadische consumenten die gespeend zijn van transcendentale verbanden. Onze westerse levens zijn onverwachts versmald, zijn alle een privéaangeleenheid geworden, een planetaire eenzaamheid.

Lees verder

Chinese Cosmopolitanism

Xiangs centrale these is dat er een fundamenteel onderscheid is tussen de (Noord-)West-Europese en Chinese metafysica. In de Westerse metafysica zijn de dingen wat ze zijn op grond van een essentie en komen de dingen tot stand doordat die vooraf gedefinieerde, onveranderlijke en eeuwige essentie door vormloze en ongedefinieerde ontvangende materie wordt opgenomen: de werkelijkheid als gevormde stof. Ze grijpt hierbij, vanzelfsprekend, vooral terug op de oude Grieken; met name Plato's concept van de Ideeënwereld en het daaruit voorvloeiende Aristotelische begrip van hylemorfisme. Dit essentialisme werd met name in de Middeleeuwen voorzien van een hiërarchische component, waarbij alle dingen hun onveranderlijke positie in de Scala Naturae (The Great Chain of Being, H4) innamen.

In de Chinese metafysica, aan de andere kant, zijn de dingen wat ze zijn op basis van hun worden. Hier is geen sprake van ongevormde ontvangende stof en starre vooraf vaststaande vorm; dingen zijn altijd al wat ze zijn en veranderen ook nog eens continu door veranderende omstandigheden, nieuwe inzichten en gewoonten. Elk ding heeft z'n eigen oorsprong (ziran, 自然) en staat in continue wisselwerking met alles (wan wu, 万物). Dit betekent in dat er geen radicaal onderscheid tussen de dingen bestaat, en dat bijvoorbeeld een niet-Chinees een Chinees kan worden door culturalisatie en opvoeding (p.104). Doordat alle dingen vanuit henzelf gedacht worden, is er ook geen hiërarchie tussen de dingen.

Lees verder